'Ik nam de zorgende rol op mij, ook toen ik nog heel jong was'
Karin Jacobs, actrice en moeder van BV’s Jelle en Clara Cleymans, groeide op bij een hypochondrische moeder die verslaafd was aan pillen en aandacht.
Tijdens de laatste levensjaren van haar moeder hield Karin een dagboek bij. “Dat hielp me om mijn frustraties kwijt te raken,” vertelt ze. “Ik kon wel bij vrienden terecht, maar ik wilde hen ook niet constant lastigvallen met mijn problemen.”
Wanneer haar moeder overleden is, heeft Karin het gevoel dat ze iets wil doen met haar verhaal. Op basis van fragmenten uit haar dagboek schrijft ze het openhartige boek Moederpijn.
“Het schrijven was ook een onderdeel van mijn rouwproces,” vertelt ze. “Ik heb mijn eigen ervaringen opgeschreven, maar ik heb ook verhalen uit de jeugd van mijn moeder opgenomen, op zoek naar oorzaken van haar aandoening. Daartoe heb ik veel met haar jeugdvriendin Roosje gesproken.”
Bombardement Mortsel
“Het is niet mogelijk om met zekerheid een oorzaak aan te duiden,” vertelt Karin. “Wellicht speelt er een genetisch aspect mee, want depressies komen meer voor in haar familie. Maar mijn moeder maakte wel een zeer traumatische gebeurtenis mee als kind.”
Op 5 april 1943 wordt Mortsel getroffen door het grootste geallieerde bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Benelux. Er vallen 936 dodelijke slachtoffers, onder wie 209 kinderen. De kleuterschool waar Karins moeder op dat moment is, wordt geraakt. Ze overleeft omdat ze zich instinctief onder een stenen trap verschanst. Haar kleuterjuf en klasgenootjes overleven echter niet.
Van vrolijk meisje naar dramaqueen
“Toch groeide mijn moeder op tot een vrolijk meisje,” vertelt Karin. “Waarom en hoe ze later veranderde in een dramaqueen, heb ik niet kunnen achterhalen. Ik heb veel gepraat met haar boezemvriendin Roosje, met wie ze op het einde van haar leven nog steeds bevriend was. Maar in de periode kort na het huwelijk zijn ze elkaar een tijdje uit het oog verloren, zoals dat zo vaak gaat. Dus zij had daar ook geen antwoorden op te bieden.”
“Mijn ouders hadden wel geengelukkig huwelijk. Ik denk dat ze gewoon niet bij elkaar pasten. Het huwelijk was voor mijn moeder ook een manier om aan haar ouderlijk huis te kunnen ontsnappen, wat natuurlijk geen goede beweegreden voor een huwelijk is.”
Psychiatrie en heel veel pillen
De moeder van Karin lijdt vaak aan vage lichamelijke klachten, ze klaagt vooral over hoofdpijn. Telkens heeft ze het gevoel dat ze iets heel ernstigs mankeert, misschien wel een terminale ziekte, Ze bezoekt dan ook vele dokters en ziekenhuizen, maar er wordt zelden een fysieke oorzaak gevonden. Ze raakt echter pas gesust als de dokter medicatie voorschrijft. “En er is heel veel voorgeschreven,” zegt Karin. “In zekere zin neem ik dat de dokters kwalijk, maar ik besef ook dat ze geen gemakkelijke patiënte was.”
Een opname in de psychiatrie brengt ook geen soelaas. “Ze was op het einde van haar leven echt verslaafd aan een combinatie van allerlei pillen, van opioïde pijnstillers tot antidepressiva, slaappillen en zelfs antipsychotica. Het gebeurde dan ook vaak dat ze versuft was en ten val kwam. Het was behoorlijk gevaarlijk.”
Omgedraaide rollen
“Ik heb zeker geen slechte jeugd gehad,” zegt Karin. “Ik had een goede band met mijn vader, en wij gingen vaak met z’n tweeën op reis. Maar er waren moeilijke momenten. Als mijn moeder ziek was, werden de rollen vaak omgedraaid: dan nam ik als het ware de zorgende rol op mij, ook toen ik nog heel jong was. Ik zat vaak met dubbele gevoelens: enerzijds kwaadheid, anderzijds ook schuldgevoel.”
Soms komt bij haar moeder ook een zorgende kant naar boven, als haar familie haar nodig heeft. “Toen ik pas bevallen was, en toen ik ziek werd, kon ik echt op haar rekenen,” vertelt Karin. “En toen haar broer, met wie ze een goede band had, ziek werd, heeft ze de zorg voor hem helemaal op zich genomen.” Maar de hypochondrische kant blijft bestaan. “Soms belde ze drie keer per dag, om te klagen over een pijntje. Doodvermoeiend. Uiteindelijk had ik zelf een druk beroepsleven. Vaak dreigde ze ook met zelfdoding, en dan is het niet steeds makkelijk om uit te maken in hoeverre er echt gevaar dreigt. Maar het was uiteindelijk altijd een roep om aandacht. Met Jelle en Clara ging ze eigenlijk gemakkelijker om, ze had niet de neiging om hen met haar problemen te belasten, dus ze hadden wel een goede band.”