S.O.S. Verbondenheid

Nu COVID-19 een stokje steekt voor ongedwongen contact binnen families en onder vrienden, worden we opgeroepen om verbonden te blijven met mekaar. Onze nieuwe premier en zijn minister van volksgezondheid hebben er de mond van vol.

Ik bel met Teresa. Zij heeft al ruim 10 jaar weinig tot geen contact met haar psychisch kwetsbare dochter. Haar roep om hulp om verbonden te kunnen blijven, is nooit ernstig genomen. "Goedele was als kind moeilijk in de omgang", vertelt Teresa. "Ze wilde bijvoorbeeld vaak niet aan tafel zitten met de rest van het gezin. De diagnose autisme maakte duidelijk dat het leven voor Goedele niet eenvoudig zou worden. Ze wilde arts worden."

De ouders riepen de hulp in van het CLB en van de ambulante psychologische begeleiding van het ziekenhuis waar Goedele wekelijks een afspraak had. Als ouders waren ze ervan overtuigd dat deze studiekeuze niet strookte met de mogelijkheden van Goedele. Ze werden niet gehoord. "Let wel", zegt Teresa, "we wisten dat ze intelligent genoeg was. Haar gebrek aan sociale vaardigheden kwam ook pas tijdens haar stage aan de oppervlakte. Vreemd eigenlijk, dat er zelfs op een faculteit geneeskunde zo weinig aandacht is voor studenten met mentale problemen".

Er volgden vele jaren met tal van opnames. Vandaag kan Goedele bij geen enkele psychiatrische instelling of ambulante zorg terecht. Ze is heel verstandig en leidt elke therapeut om de tuin. De ouders hebben keer op keer gevraagd om hun verhaal te mogen doen. Steeds weer kregen ze te horen dat ze overbezorgd waren en dat hun angsten een negatieve invloed hadden op Goedele. Bovenop de zorgen nestelde zich dus een gevoel van schuld, terwijl ze vooral wilden horen van de artsen hoe ze best met hun dochter konden omgaan.

Toen Goedele aan de drank raakte, redde ze het ook financieel niet meer. Ze kreeg een bewindvoerder toegewezen voor materiële (financiële) zaken, ook omdat ze een koopverslaving had. De bewindvoerder oefende echter weinig controle uit en pas na een klacht bij het meldpunt bewindvoering kwam er een bewindvoerder die ook van enige openheid getuigt naar de ouders. “Goedele woont in een studio die wij ter beschikking stellen” vertelt Teresa. “We willen niet liever dan met onze dochter, haar bewindvoerder en de hulpverlening rond de tafel te gaan zitten om te bekijken welke opties er nog zijn."

Lotte volledig

"Hoe kunnen we samenwerken om een beschermde omgeving te creëren waarin ze zinvol verder kan leven? Als er niets gebeurt, dreigt haar agressie toe te nemen ten gevolge van drankmisbruik. Moeten we wachten tot ze op een dag een crimineel feit pleegt om finaal terecht te komen in een gesloten instelling? Wie neemt de handschoen op en zet met en voor onze dochter en wijzelf écht in op verbinding en herstel?”

Liefs, Lotte